Een volwassen exemplaar is 30 tot 38 centimeter groot
Het mannetje
heeft een grijsblauwe kop en nek, een roodbruine rug en vleugels met donkere
vlekken. De staart is blauwachtig grijs en heeft een zwarte eindband. Het
vrouwtje is identiek aan het mannetje, maar heeft een bruine kop en nek,
dwarsbandjes op de rug en vleugels en een bruine staart.
Het gehele jaar
komen torenvalken in een groot deel van Europa voor, waaronder Nederland en België.
In Scandinavië en Noord-Rusland zijn de dieren alleen in de zomer aan te
treffen. Ze komen voor op allerlei plaatsen, van weilanden en bosranden tot ook
in steden. De dieren zijn vaak te zien langs autowegen.
Torenvalken
kunnen stil in de lucht hangen met snel bewegende vleugels (bidden) en een
gespreide staart. Tijdens het bidden kijken ze naar beneden op zoek naar een
prooi. Als ze deze hebben gevonden, duiken ze erop af
Het voedsel
bestaat voornamelijk uit kleine zoogdieren en insecten, bijvoorbeeld muizen en kevers.
Ze bouwen zelf geen nest, maar kiezen vaak een oud kraaiennest als nestplaats.
Ook gebruiken ze graag nestkasten waar ze zicht hebben op een open ruimte waar
ze kunnen speuren naar voedsel.