Tureluurs zijn van oorsprong vogels van toendra's, hoogvenen en zilte
steppen. In Nederland broedt de soort vooral op schorren en kwelders,
vochtige en structuurrijke weidegronden en in mindere mate elders in
slootrijke open gebieden. In de broedtijd worden vooral insekten en
kleine, in slikkige sloten levende waterdieren, gegeten. Nederlandse
tureluurs overwinteren langs de kusten van Zuidwest-Europa en
Noord-Afrika. De tureluur dankt zijn naam aan het geluid dat de vogels
maken; 'tjululuu' en dat is makkelijk te vertalen naar 'tureluur'. De
vogel zelf is niet zo opvallend, des te markanter zijn de felrode poten
en snavel van de tureluur.
Angus en ik wensen jullie allemaal een fijne dag toe