zondag 18 maart 2012

Laplanduil-Lappuggla (Strix nebulosa)-Great Grey Owl

Lengte: 68 tot 70cm
Ongeveer zo groot als de Oehoe Tamelijk lange staart, grote ronde kop met grote gezichtssluier met fijne concentrische ringen, witte sikkelvormige tekening tussen de snavel en ogen, zwart-witte kinvlek, geen oorpluimpjes. Grondkleur witachtig grijs, boven- en onderzijde donker bruinig grijs in de lengte gevlekt, bovenkant tevens nog fijn donker gespikkeld. Staart en vleugels donker grijsbruin met fijne dwars bandjes en spikkels. Snavel geel, nagels donkerbruin, ogen klein met lichtgele iris. Geslachten gelijk gekleurd, vrouwtje iets groter en zwaarder. Jonge vogels donker grijsbruin met witte dwars bandjes.
  Dichte naaldwouden van taiga en gebergte, die veel open plekken, moerassen en kaalslagen hebben.
 Overwegend woelmuizen, lemmingen of eekhoorns, af en toe ook jonge sneeuwhazen of vogels tot de grootte van sneeuwhoenders.
 Benut meestal nesten van andere (roof)vogels, maar ook uitgeholde boomstronken of een zelfgemaakte kuil in de grond. Broedtijd april - mei. Grootte van het nest 3-6 eieren, broedduur 28-30 dagen, nestperiode jongen 22-30 dagen. Vrouwtje broedt vanaf het eerste ei. In 'magere' jaren vervalt het broeden wel eens. In jaren met veel woelmuizen is de populatiedichtheid zeer groot en liggen de nesten soms maar een paar honderd meter van elkaar verwijderd. De jongen verlaten het nest al voor ze goed kunnen vliegen. Zij worden door beide ouders gevoerd tot ze zelfstandig zijn.
 jagen meestal in de schemering, maar ook wel 's nachts en overdag

. Ze jagen vanaf een lage verhoging, waar ze een goed uitzicht hebben. De prooi wordt zowel akoestisch als optisch opgespoord. In de regel zijn deze uilen trouw aan hun territorium; alleen in slechte woelmuisjaren, trekken ze naar het zuiden.